Duurzaamheid bij TenCate Protective Fabrics: “Het begint bij meten is weten”
TenCate Protective Fabrics heeft een lange historie in Nijverdal. Het bedrijf ontwikkelde zich van textielfabriek tot wereldwijde speler in beschermende kleding. Wereldwijd gebruiken mensen die werken onder zware omstandigheden beschermende kleding met weefsels van TenCate Protective Fabrics. Onder andere brandweerkorpsen, personeel werkzaam bij elektriciteitscentrales en de chemische industrie maken er gebruik van. Maar ook militairen en personeel in ziekenhuizen. Voor het maken van de weefsels is veel energie nodig. Hoe gaat TenCate Protective Fabrics hiermee om en wat zijn hun duurzame ambities?
Nicole Huttenhuis, communicatieadviseur duurzaamheid, van de Gemeente Hellendoorn sprak hierover met:
Ivo Spaargaren, Vice President of Global Supply Chain van Ten Cate Protective Fabrics, is verantwoordelijk voor de wereldwijde productie en distributie van de producten van TenCate Protective Fabrics.
Mark Oude Aarninkhof is Operations Manager bij de locatie Nijverdal en houdt zich onder andere bezig met de productie, de ondersteunende diensten, de kwaliteit, de logistiek en de technische dienst. Vanuit zijn rol is hij betrokken bij energie en duurzaamheid.
Ivo Spaargaren (l) en Mark Oude Aarninkhof (r) in de fabriekshal van TenCate Protective Fabrics (foto gemaakt voor coronaperiode)
Textielindustrie
Ivo Spaargaren: “Voor TenCate Protective Fabrics is duurzaamheid een belangrijk thema. Dat is niet alleen vanwege de politieke plannen om CO²-neutraal te zijn in 2050, maar ook omdat we als textielindustrie hier iets mee moeten. Energieverbruik maakt immers een belangrijk deel uit van de kostprijs van de weefsels die wij maken. Als we daarop kunnen besparen is het een win-win situatie. In de textielindustrie begint duurzaamheid al aan het begin van het proces. In het algemeen werken we in de industrie vaak met materialen die niet duurzaam zijn. Om 1 kilo katoen te maken is bijvoorbeeld 8000 liter water nodig. Daarnaast is er veel water nodig in ons productieproces en ook worden er chemicaliën en verfstoffen gebruikt. Katoen bijvoorbeeld moet gebleekt worden en de gebruikte chemicaliën er weer uitgewassen. Aan het eind van het proces heb je tot wel tien keer toe het product nat gemaakt en weer gedroogd wat natuurlijk heel veel energie kost. Als industrie kun je bekijken: welke materialen zijn duurzamer dan polyester en katoen? Dat kan bijvoorbeeld door gerecycled polyester en lyocell te gebruiken. Lyocell is gemaakt van houtpulp, waarvoor in het gehele productieproces tot honderd keer minder water nodig is. Zo kan door de hele keten heen, dus niet alleen in ons eigen proces, een duurzamer product worden gemaakt.”
Langer meegaan
Ivo: “Waar wij zelf bijvoorbeeld aan werken is dat een uniform of een pak langer meegaat. Dat het vaker gewassen kan worden in de wasserijen van de eindgebruiker. Als een pak in de wasserij nu vijftig keer gewassen wordt, dan proberen wij het duurzamer te maken. Zodat het nog vaker gewassen kan worden voordat het wordt weggegooid. Het kost namelijk dezelfde energie om het te maken. Dat heeft een enorm effect op het energiegebruik.”
Hergebruik warmte
Ivo vervolgt: “Hoewel we zelf beperkte mogelijkheid hebben om de grondstoffen aan te passen, vanwege de vlamwerendheid van onze doeken, hebben we de afgelopen drie tot vier jaar flinke stappen gezet. We hebben zo’n 15 miljoen euro geïnvesteerd in nieuwe productielijnen die allemaal duurzamer zijn dan de lijnen die ze vervangen hebben. Een belangrijke stap voor TenCate Protective Fabrics was de aanschaf van een afgascondensor Dit is een apparaat dat waterdamp uit afgas condenseert en warmte die daarbij vrijkomt gebruiken wij weer in het productieproces.” Mark: “We maken onze eigen stroom in ons ketelhuis. Deze afgascondensor brengt ongeveer 4,5% besparing op het totale energiegebruik. Dit is heel effectief, daarom willen we kijken of we het verder kunnen uitbreiden. We kijken momenteel vooruit naar 2024 en 2025: welke projecten zijn interessant? Ook werken we aan warmtebesparing en LED-verlichting passen we al breed toe. Externe ontwikkelingen nemen we in overweging, zoals interessante energiebesparingsopties en energiezuinige machines. Ons watergebruik hebben we nu 20% verlaagd ten opzichte van oude situatie. Daarin hebben we mooie stappen kunnen maken.” Ivo: “Het is een aardige tour om precies te weten waar de energie verbruikt wordt en waar je kan besparen. Ik zeg daarom altijd: Het begint bij meten is weten. Vervolgens moet je geld en mankracht vrij maken om duurzame stappen te zetten.”
Zonnepanelen op nieuwbouw
TenCate heeft ook plannen voor de toekomst, onder andere voor het plaatsen van zonnepanelen op de grootste fabriekshal in Nijverdal. Ivo: “De grootste hal van TenCate Protective Fabrics heeft het oudste dak. Het is grotendeels van glas en niet geïsoleerd. Dit gaan we het komende jaar vervangen. Kosten zijn een paar miljoen euro. Daarna is het dak ook geschikt voor zonnepanelen.” Mark: “Het gaat om 6000 m2 dak, een behoorlijke oppervlakte. Helaas zijn de andere bestaande daken niet geschikt voor zonnepanelen vanwege de constructie.” Ivo vervolgt: “Wij hebben helaas geen projecten die in een keer 10 tot 20% energie kunnen besparen. We zullen het stap voor stap moeten doen en elke stap moeten we afzonderlijk bekijken.”
Koploper
Ivo: “We maken onderdeel uit van de Koplopergroep van de Provincie Overijssel. Dit is een groep van acht bedrijven die duurzaamheid belangrijk vinden. Hier bekijken we: wat kunnen we leren van elkaar, wat kunnen we anders doen?” Mark: “In het verleden zijn we betrokken geweest bij mogelijke energieprojecten in de Kruidenwijk. We hadden daarvoor overleg met de provincie en de gemeente en keken of we konden samenwerken. Helaas zijn de projecten niet haalbaar en rendabel gebleken. Maar als er in de toekomst andere opties zijn, houden we ons aanbevolen.”
Toekomst
Ivo: “Uiteindelijk willen we met zijn allen op termijn naar nul CO² uitstoot. Een mogelijkheid is het vervangen van aardgas door waterstof. Voor ons productieproces is dat een belangrijke ontwikkeling, maar helaas nog niet binnen handbereik. We houden de vinger aan de pols.”